Werkbezoek Oeganda

Werkbezoek Oeganda

Na uitgebreide voorbereidingen is het zover. Harry, Rick en ik (Jos van Bemmel) vertrekken voor een eerste trip naar Oeganda. Zaterdagavond 15 maart   komen we aan op de internationale vluchthaven Entebbe,  zo’n uur rijden ten zuiden van Kampala, de hoofdstad van Oeganda. In het Sunset hotel brengen we, na een koele Nile Special, het  beste bier van Oeganda,  een redelijke nacht door. De volgende ochtend staat Deo al vroeg voor de deur om de gehuurde Toyota RAV 4 af te leveren. Ik  deed al eerder zaken met hem tijdens mijn voorbereidende reizen naar Oeganda. Alles verloopt dan ook on-Afrikaans gladjes.

Met de compacte 4 wheel drive  gaan we op weg naar het noorden, naar onze bestemming Kitgum. Een klein ommetje kunnen we echter niet achterwege laten: even een kijkje nemen bij Mabomba, een moerasgebied op een steenworp afstand van Entebbe. Mamamba herbergt namelijk zeven exemplaren van  de zeer zeldzame Shoebill, een enorme  ooievaar met een snavel als een schoen. Een tropische regenbui maakt helaas dat het doel van ons ommetje zich niet vertoont. Shoebills schuilen blijkbaar ook voor regen. Hobbelend over de onverharde weg bereiken we het asfalt weer.  Om door Kampala heen te komen duurt op ‘s zondags ruim een uur en op doordeweekse dagen zo’n 2 tot 3 uur.  We prijzen dat onze reisdag toevallig de dag des Heren is.  Dat scheelt  1-2 uur reistijd.  Het aantal gammele auto’s, busjes, taxi’s, vrachtwagens, bussen en brommers op de wegen van de hoofdstad is indrukwekkend.  De enige verkeersregel die er geldt is het recht van de sterkste. Een bus is in het algemeen de baas van het wegennet. Een goede tweede is de vrachtwagen. Onze RAV 4 bevindt zich ergens in het midden van de hierarchie. Voetgangers en zwaarbeladen fietsers zijn rechteloos en aan God overgeleverd. Ze zijn genoodzaakt de berm in te vluchten als er een nietsontziende bus voorbijraast. De vele gaten en hobbels  in de weg zorgt voor een zeer gevarieerde reis die maar nauwelijks verenigbaar is met het staartbeen van Rick.

Na een paar uur komen we aan bij de Karuma watervallen. Op de brug met prachtig uitzicht op het neervallende water, stoppen we even om een foto te maken.  Dat is precies waar de drie politieagenten gehuld in camouflagepak en geweer, op hebben gehoopt. Even na de brug staan ze; een stopteken en zeer  agressieve taal: ‘Dat wordt arresteren,  dat is een zeer zware overtreding,  jullie gaan mee naar het hoofdbureau in Kampala’. Boeien, water en brood dreigementen. Om op tijd in Kitgum aan te komen hebben we weinig andere keus dan het toneelstuk der corruptie  mee te spelen. Voor 7 euro smeergeld kunnen we verder. In Kigumba genieten we van een goede avondmaaltijd ( Tilapia) en een springverenmatras voor de nacht. Maandag rond lunchtijd komen we aan in Kitgum, een plek ver van de bewoonde wereld. Honderd kilometer rondom is geen stukje asfalt te vinden. Het beste hotel op deze tienduizenden vierkante kilometers is het Bomah in Kitgum. Van de buitenkant koloniaal en indrukwekkend. Van binnen niet anders dan elk tweederangshotel in Afrika. Dit keer wel water ( zelfs warm), maar nauwelijks elektriciteit. Het zwembad erbij is aanlokkelijk en altijd fijn om in de buurt te hebben. De werkelijkheid is dat er door tijdgebrek geen gebruik van gemaakt zal worden.

St_Joseph_klein

Vrij snel na aankomst rijden we naar het St Joseph ziekenhuis, een van oudsher door Italianen gerund missieziekenhuis even buiten Kitgum. We praten uitgebreid met Pamela Atim, de superintendant, de eindverantwoordelijke ter plekke,  met wie ik al vaker contact had tijdens eerdere bezoeken. Rick en Harry zijn onder de indruk van het reilen en zeilen in dit uitsluitend door Oegandezen gerunde ziekenhuis. Bovendien worden ze net als ik getroffen door de overal voelbare vriendelijkheid. Veel handen worden geschud. Die van Moses Elaju , de lokale chirurg,  van Judith Abuol, de vroedvrouw en echografiste,  van Julius Abonga, de algemeen arts die zo graag orthopeed wil worden en niet te vergeten van de beide clinical officers (bijna dokters) die veel meer van botaandoeningen weten dan verwacht. Via de radio zijn de inwoners in en rond Kitgum op de hoogte gebracht van onze komst.  Kinderen met botaandoeningen en verwaarloosde brandwonden worden uitgenodigd naar het ziekenhuis te komen om te zien of ze geholpen kunnen worden. Er is ruim gehoor gegeven aan de oproep. Hoewel dit eerste bezoek meer in het teken van een kennismaking zal staan, worden er toch flink wat kinderen nagekeken en indien mogelijk geopereerd. Harry , de orthopeed zorgt ervoor dat een aantal kinderen met ernstige aangeboren afwijkingen weer kunnen lopen in plaats van waggelen of kruipen. Vooral een kind met  enorme O-benen die hij binnen een uur weer recht krijgt, maakt indruk op de aanwezigen van de operatiekamer. Ook opereert hij kinderen met ernstige deformiteiten als gevolg van verwaarloosde breuken en chronische botinfecties. Niet minder indrukwekkend is het werk van Rick, de plastisch chirurg.  Soms urenlange operaties bij kinderen die lijden aan de vloek van Oeganda, de gevreesde brandwonden. Als een diepe brandwond niet gelijk goed behandeld wordt , zijn de gevolgen niet te overzien. Het littekenweefsel trekt samen en alles groeit vast aan de omgevende huid. Hierdoor kan een onderlip vastgroeien aan het borstbeen, een bovenarm aan de borstkas, een hand aan de onderarm. De brandwonden onstaan doordat er op open vuren gekookt wordt en kinderen nogal eens een epileptsche aanval doormaken, vaak  als gevolg van malaria.

Door het schokken en buiten bewustzijn raken vallen ze dan in het vuur met afschuwelijke mismakingen of de dood als gevolg.  Rick en Harry hebben geweldig werk verricht en voor veel troost gezorgd.  Maar bovenal  treft me de manier waarop ze de lokale chirurg en algemeen artsen betrekken bij de operaties. Ze leggen alles goed uit en laten hen zelf onder supervisie opereren nadat ze de ingreep een keer voorgedaan hebben. De operatiekamer is voor Afrikaanse begrippen heel behoorlijk. Er kan goede anesthesie gegeven worden. Wel is er gebrek aan orthopedisch en plastisch chirurgisch materiaal. Gelukkig hebben Harry en Rick het een en ander meegenomen. De  wens van Julius Abonga , een algemeen arts die zo graag orthopeed wil worden, willigen we in.  Vier jaar lang 2000 dollar per jaar, eigenlijk een koopje. Over 4 jaar zal hij klaar zijn en voor minstens hetzelfde aantal jaar verbonden blijven aan Kitgum. Als geboren en getogen Acholi ( de stam van het noorden)  is de kans groot dat hij in het verafgelegen Kitgum na zijn specialisatie zal blijven werken. We zullen ons na zijn afstuderen  hopelijk overbodig hebben gemaakt op de plastsische operaties na. Ook besluiten we jaarlijks  2000 dollar te doneren om kinderen te kunnen opereren waarvan de ouders de operatiekosten niet op kunnen brengen. Harry en ik  brengen op woensdag ook een bezoek aan het regeringshospital in Kitgum waar alles veel minder goed geregeld is.

Kitgum_hospital_nodding_department

We bezoeken o.a. de afdeling van de kinderen met Nodding disease ( knikkebolziekte).  Karin van Bemmel, mijn dochter die antropologe en adviseur van Stichting Njokuti is, doet onderzoek naar deze geheimzinnige ziekte. De kinderen hebben een soort epileptische aanvallen waarbij het lijkt of ze met hun hoofd knikken. Belgische onderzoekers noemen de aandoening daarom ook wel ‘knikkebolziekte’. De gezinnen waar de kinderen in opgroeien zijn meestal erg arm. Ze zijn slecht gevoed en  hebben nogal eens mismakende brandwonden. Al met al een indrukwekkende en nog onvoldoende begrepen ziekte.  Zonder Karin had Njokuti nooit op het idee gekomen om naar het verafgelegen noorden van Oeganda te gaan. Dat had een gemiste kans geweest. Want Noord Oeganda kan heel goed orthopedische en plastisch chirurgische hulp gebruiken. Pas in 2006 is er een onzekere vrede in het gebied. Tot die tijd teisterde het Leger van de Heer onder leiding van Joseph Kony het uitgestrekte gebied. De voorstelling tartende taferelen speelden zich er 20 jaar lang af.  Het leger bestond voor een groot deel uit geroofde kinderen die onder dwang nogal eens hun ouders moesten doodschieten.

Verminkingen en verkrachtingen waren aan de orde van de dag. Een beetje hulp kunnen de mensen hier dus wel gebruiken, zeker nu de meeste hulporganisaties zich 8 jaar na de ergste terreur hebben teruggetrokken. Met Peter Okello, de directeur van het regeringsziekenhuis bespreken we een eventuele samenwerking met het St. Joseph. Benieuwd naar de toekomst. Na een ochtenronde waarbij alle geopereerde patienten nog eens nagekeken worden en het beleid wordt afgesproken zijn we donderdagmiddag over de hobbelige zandweg richting Gulu vertrokken. Aldaar hebben  we een uitgebreid gesprek met Nathan Onachi, de directeur van het regerings- en universiteitsziekenhuis van  Gulu, zo’n 100 kilometer ten zuiden van Kitgum. De orthopedische nazorg is er uitstekend geregeld, maar of we in Gulu daadwerkelijk aan de slag gaan is niet waarschijnlijk. Er komt om de week een orthopedisch chirurg uit Kampala, dokter Magada , die dan in een paar dagen een flink aantal  orthopedische operaties uitvoert. Meestal gaat het om platen en schroeven aanbrengen bij verse en oude fracturen. Aangeboren afwijkingen worden er weer minder geopereerd. Verder komt  Amref twee keer  per jaar kinderen met hazenlippen opereren.  In totaal zo’n 30 per jaar. Misschien ligt er nog wel een rol weggelegd voor de plastisch chirurgen van Njokuti om een aantal ernstige brandwonden te corrigeren. De operatiekamers zijn leeg tijdens ons bezoek. Veel operatietafels, maar verder matig geoutilleerd. Net als in Kitgum is er geen C arm aanwezig , die bijvoorbeeld nodig is bij röntgendoorlichting om fracturen goed te kunnen zetten. De Grow ( orthopedisch centrum ) is   fraai, vooral de afdeling waar prothesen gemaakt worden op dezelfde manier als in het revalidatiecentrum van Monduli in Tanzania, waar Njokuti ook geregeld komt. We spreken af dat we Dr. Onachi wel zullen verwittigen als we naar Kitgum gaan, dit ook gezien de eventuele juridische consequenties. Mochten we in Gulu gaan werken dan is er een ‘letter of invitation’, een kopie van het paspoort en het bewijs van inschrijving in het specialistenregister nodig. Vrijdag vertrekken naar Masindi via het prachtige safaripark Murchinson Falls.

Murchison_Falls

Zaterdag rijden we de laatste 300 kilometer naar de luchthaven van Entebbe. Ook nu maken doen we Mabomba even aan en zien we eindelijk de Shoebill met zijn enorme snavel.

Shoebill

Tijdens de nachtvlucht naar Nederland zit ik naast een van de bekendste activiste van Oeganda die zich hard maakt voor een beter lot voor homoseksuele Oegandezen.  Een intrigerend relaas. Een van haar medestrijders werd onlangs vermoord vanwege zijn seksuele geaardheid. Ja, er is een hoop mis in Oeganda, maar om die reden wegblijven? Natuurlijk niet. We gaan Kitgum zeker vaker aandoen en opnemen in ons programma.  Gezien het enthousiasme van het ziekenhuispersoneel, hun betrokkenheid en vriendelijkheid,  zullen onze werkzaamheden in Kitgum niet alleen een uitdaging zijn maar ook een genot.

Kitgum 15-22 maart 2014
Geschreven door: Jos van Bemmel

Reacties zijn gesloten.