Werkbezoek Oeganda

Werkbezoek Oeganda

Op 3 september landen we op het vliegveld van Entebbe waar we worden ontvangen door verpleegkundigen met een piepklein papieren hoedje op, een groen mondkapje voor, plastic jas en groene handschoenen aan. Het is duidelijk dat de angst voor Ebola ook in Oeganda aanwezig is. Desinfecterende spray wordt over mijn handen gespoten. Op een groot scherm staat dat alle passagiers uit West Afrika verplicht zijn om zich te melden. Met de spray nog op mijn handen vul ik de gezondheidsverklaring in

waarop ik verklaar volledig gezond en fit te zijn, niet verkouden, geen hoofdpijn, keelpijn, buikpijn of koorts. Deze goedbedoelde acties zullen niet veel bijdragen aan de ebolabestrijding, vrees ik, maar hopelijk reduceert het de angst en heeft men het gevoel dat er iets gebeurt om deze gevreesde ziekte tegen te houden.

Terwijl de lange rij passagiers achter een lijn wacht beoordelen vier verpleegkundigen van achter hun balie onze lijsten. Bij de balie aangekomen spreekt één van hen me bestraffend toe. Niet omdat mijn gezondheid niet goed zou zijn maar omdat mijn grote teen een stukje over de lijn staat… Dat is tegen de regels. Ja hoor, ik ben weer terug in Afrika. Na 8 jaar voelt dit soort autoritair gezag weer heel vertrouwd.

Even bijkomen in Hotel Sunset, vlakbij het vliegveld. De kamer is basic maar goed genoeg voor een goede nachtrust. Een paar gekleurde slippers staat naast mijn bed, één rode en één blauwe. Waarom ook niet? Het bruine water uit de kraan herinnert me er tijdig aan dat ik hier beter water uit de fles kan drinken.

slippers_klein

De volgende dag komt Gorilla Safari een Toyota Rav 4 afleveren. Zo te zien hebben ze geluisterd naar het verzoek van Jos, want de auto heeft gloednieuwe banden. Dit behoedt ons hopelijk voor lekke banden. Samen met Jos van Bemmel, voorzitter van Njokuti, bezoeken we het kantoor van het Liliane Fonds in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Hier wordt de hulp gecoördineerd voor de 2000 gehandicapte kinderen die in de afgelopen jaren aan het Liliane Fonds zijn voorgedragen. Het programma wordt gecoördineerd door twee Program Officers. Een van hen, Nangai Kennelt is een voormalig ergotherapeut en social worker. Hij leidt ons uitgebreid rond en is zichtbaar gemotiveerd voor zijn werk.

DSC08134verkleind

DSC08135verkleind

Het kantoor van het Liliane Fonds ligt op het terrein van het Revalidatiecentrum Katalemwa. Er is ruimte voor 95 patiënten. Verder is er een schooltje, een instrumentmakerij, een werkplaats voor het vervaardigen van rolstoelen, een speeltuintje, een moestuin en wat dieren. Tweederde van de beschikbare bedden zijn bezet en het geheel maakt een levendige indruk. Kennelt vertelt ons over zijn toekomstdroom. Zijn ogen glimmen als hij over zijn wens vertelt om een operatiekamer op het terrein van Katalemwa te krijgen, zodat ze in de toekomst zelf oogoperaties, orthopedische en plastische operaties uit kunnen voeren. Op dit moment worden de gehandicapte kinderen van het Liliane Fonds doorverwezen naar het Corso Ziekenhuis. De operaties zijn er voor kinderen gratis maar voor de opnamedagen moet worden betaald. Veel armlastigen kunnen zich dit niet veroorloven en keren onverrichterzake terug naar huis. Om dit te voorkomen droomt Kennelt ervan om in de toekomst de allerarmste kinderen bij Katalemwa te kunnen opereren. In de afgelopen jaren hebben ze daar al flink wat geld voor gespaard maar ze zijn er nog niet. Het is een mooie droom en wie weet kan Njokuti hier in de toekomst een ondersteunende rol in spelen.

We informeren Kennelt over ons werk in Kitgum. Voor het Liliane Fonds betekent dit dat ze kinderen met een operabele beperking uit het noorden van Oeganda, voortaan ook naar Kitgum kunnen doorverwijzen. Elk kwartaal zullen onze orthopeden en plastische chirurgen daar naar toe gaan om de artsen van het katholieke St Joseph ziekenhuis te ondersteunen bij het uitvoeren van orthopedische en plastische chirurgie.

De volgende dag vervolgen we onze weg naar Masindi. Het regent de hele dag door en de wegen worden er niet beter op.

DSC08155verkleind

DSC08163verkleind

Halverwege Masindi worden we aangehouden door politie. We hebben de snelheid fors overtreden, getuige de snelheidsmeter die een agent verderop in zijn hand heeft. Onze verbazing is oprecht. Met deze slechte wegen de snelheid overtreden? We vragen of we de snelheidsmeter even mogen zien. De politieman versoepelt ter plekke zijn beleid: voor deze ene keer krijgen we een officiële waarschuwing. In zijn overvolle schrift schrijft hij de voornaam van Jos op en noteert zijn telefoonnummer. Het valt hem niet op dat er één cijfer te weinig staat. Hoe deze aantekening ooit weer zinvol gebruikt kan worden vraagt niemand zich hier af. Wij beloven ondertussen plechtig nooit meer de maximum snelheid te overschrijden.

In Masindi is ondertussen de stroom uitgevallen in verband met het slechte weer. We rijden door naar Murchinson Falls, zodat we nog even van de mooie natuur kunnen genieten. Het is een indrukwekkend park, vooral rond de Nijl Delta. We komen ogen te kort voor al het wild, de talloze vogels, libelles en vlinders. Er zijn bijna geen bezoekers wat het park een extra charme geeft. We brengen de nacht door in Red Chilli Pepper, een eenvoudig tentenkamp, dichtbij de Nijl.

DSC08451verkleind

Murchison_Falls

Murchinsonfalls2

Zondagochtend rijden we via het noorden van het park richting Kitgum. Een deel van de dag is het droog maar 60 km voor Kitgum komt een zware regenbui als een pikzwarte muur op ons af. Het dwingt ons om op de onverharde weg heel rustig te rijden. Om ons heen stappen mensen van hun fietsen af en lopen in een troosteloze sliert door de modder. Ik schaam me als de rode modder hoog opspat als wij er met onze auto doorheen rijden.

kaart-oeganda-met-inzet-afrika

Na 10 jaar in Afrika gewoond te hebben, voelen de meeste straatbeelden vertrouwd aan. Maar toch is het noorden van Oeganda weer anders dan ik gewend ben. De huisjes in de dorpen staan dicht op elkaar gebouwd. Dit blijken voormalig vluchtelingenkampen te zijn. De tenten hebben plaats gemaakt voor kleine ronde huisjes van modder en mest. Maar waar de Maasai in Tanzania in een grote ronde cirkel op enige afstand van elkaar wonen, staan deze huisjes vlak naast elkaar. Waarschijnlijk voelt men zich zo wat veiliger. Wat ook opvalt is dat er hier weinig dieren zijn. Bijna geen honden, een paar geitjes of kippen, maar geen grote kuddes. Navraag maakt duidelijk dat er nog teveel gesteggel is over land waardoor de grote kuddes nog op zich laten wachten. Doordat zoveel mensen op de vlucht geslagen zijn, en de één eerder terugkeerde dan de ander, ontstond de situatie dat mensen soms grond gingen gebruiken die voorheen van een ander was. Tot de dag van vandaag is hier nog veel discussie over.

DSC08601verkleind

Het is moeilijk om een voorstelling te maken van de gruwelijkheden die in dit gebied plaats hebben gevonden. Natuurlijk ken ik de verhalen van de tijd dat Kony hier regeerde. Maar de mensen die ik ontmoet zijn vriendelijk en goedlachs. Hoe kan zoiets afschuwelijks hier gebeuren? Tja, blijkbaar kan het en met een beetje oplettende blik zien we de gevolgen nog overal om ons heen. Bordjes langs de weg geven aan dat er nog mijnen liggen. De talloze NGO’s (niet gouvernementele organisaties) laten zien dat er hard gewerkt wordt om de gevolgen van deze tijd te boven te komen. Er zijn speciale scholen voor kindsoldaten of voor verkrachte en ontvoerde meisjes. We ontmoeten Jean. Zij is social worker en gaat de dorpen in om mensen te helpen om hun trauma’s te verwerken.  Ze vertelt hoe ze daders en slachtoffers (en vaak beiden tegelijk) met elkaar in contact brengt. Door te luisteren naar elkaars verhaal, de pijn en het verdriet te zien, hopen ze weer verder te kunnen. Iedereen is moe van de oorlog en wil rust en bouwen aan een eigen leven. Compassie is de enige weg en de toon is constructief.

Maar soms zit het tegen. Zo is er in dit gebied Nodding Disease, ook wel knikkebolziekte genoemd. Deze kinderen krijgen een soort epileptische aanvallen waardoor ze nog al eens in het hete water of het vuur vallen. Zo lopen ze akelige brandwonden op. Ook raken ze vaak verstandelijk beperkt. In het Algemeen Ziekenhuis in Kitgum treffen we een heel aantal kinderen aan op een speciaal daarvoor ingerichte afdeling. De kinderen zijn afgezonderd van de rest van het ziekenhuis en zien er ernstig verwaarloosd uit. Veel van hen hebben ontstekingen en verminkingen. Bij sommigen sterven de voeten of de vingers al af. In overleg met de directeur van het ziekenhuis, Peter Okello, maken we de afspraak dat deze kinderen mogen profiteren van het programma van Njokuti en op onze kosten geopereerd mogen worden. Alhoewel er veel angst en bijgeloof is rond deze ziekte krijgen we toestemming om de kinderen met hun ouders te vervoeren naar het andere ziekenhuis waar de artsen klaar staan om hen te opereren.

DSC08566verkleind

Het andere ziekenhuis in Kitgum is het St Joseph, wat op een paar km afstand ligt van het Algemeen Ziekenhuis. Dit ziekenhuis biedt voldoende kennis,  hygiene en faciliteiten voor de artsen van Njokuti om te kunnen opereren. Het is indertijd opgezet met hulp van de Italianen (AVSI) en wordt nog steeds voor een deel door hen gesponsord. De  condities om operaties te laten slagen zijn hier aanzienlijk beter zijn dan in het Algemeen Ziekenhuis, wat op zich logisch is, omdat hier ook meer geld te besteden is.

DSC08529verkleind

Inmiddels financiert Njokuti al de opleiding van één van de artsen van het St Joseph: Julius Abonga Gooding. Hij wordt in 4 jaar tijd opgeleid tot orthopeed. Tot die tijd wil Njokuti St Joseph ondersteunen door een aantal keer per jaar artsen te sturen met wie ze samen kunnen opereren en de meest complexe patiënten mee door kunnen spreken. In de praktijk zal er veel worden samengewerkt met  Moses Elaju, een algemeen chirurg met veel passie voor zijn werk. Moses is dan ook erg blij om Marina van Rhee en Harry de Vries te ontmoeten, onze twee orthopeden.

DSC_2824verkleind

Voor Marina van Rhee is het de eerste keer om in Afrika te opereren en zij is dan ook blij dat ze wordt bijgestaan door Harry, de ervaren tropenganger die al tientallen keren voor Njokuti weg is gegaan. Terwijl Jos en ik ons vooral richten op de kinderen met Nodding Disease, bespreken Harry en Marina de patiënten met orthopedische aandoeningen met Moses door. Er zijn veel kinderen met afschuwelijke verminkingen en ontstekingen (osteomyelitis), iemand met een schotwond (uit Soedan) en een aantal kinderen met complexe fracturen. Samen bekijken ze wie er geopereerd kan worden en wie niet. In een paar dagen tijd worden er 14 kinderen succesvol geopereerd.

DSC08596verkleind

Op woensdag zit ons werk er weer op. We hebben tal van mensen gesproken en afspraken gemaakt voor de toekomst. We zijn blij met de samenwerking die mogelijk is tussen het Algemeen Ziekenhuis en St Joseph. Ook was het goed om te zien dat er zoveel gemotiveerde mensen zijn die hun best doen om oplossingen te verzinnen voor kinderen met een handicap. We hebben alle vertrouwen in deze toekomstige samenwerking.

DSC_2761verkleind

Tijd dus om terug te gaan naar Kampala, de hoofdstad. Het is een lange reis maar gelukkig is het droog. Rond 17.00 komen we in Kampala aan waar het muurvast blijkt te zitten omdat Museveni (de president) ook de stad in wil. Alles is afgezet om de militaire voertuigen, ambulances en grote presidentiele wagens door te laten. Het is warm en stom genoeg hebben we ons raampje even open. In een fractie van een seconde wordt de mobiel van Jos uit zijn handen gerukt door een jonge zakkenroller. Als vanzelf zet Jos het op een lopen achter de zakkenroller aan maar voor we het weten gebeurt er iets wat we in onze ergste dromen niet bedacht hadden. Een menigte komt op gang en weet de dief in te halen. In plaats van de politie erbij te halen worden er stokken ingezet om de dief voor eens en altijd af te straffen. Ik probeer de politie in beweging te krijgen om in te grijpen maar die houdt zich afzijdig. Er volgen vele stokslagen tot de jongen niet meer beweegt en levenloos op zijn buik op de weg blijft liggen. Een omstander haalt de mobiel van Jos terug. Ontzet en verbijsterd neemt Jos het aan. Met knikkende knieën en een steen in onze maag rijden we naar Entebbe, waar over een paar uur ons vliegtuig vertrekt.

Mobjustice heet dit fenomeen, waarbij een groep mensen het recht in eigen hand neemt. Vaak eindigt dit met ophanging, verbranding of doodslag. Het was beangstigend hoe plotseling en explosief dit kan gebeuren in een land, zonder goed werkend rechtssysteem. Ja, Oeganda is een prachtig land met vriendelijke goedlachse mensen en een schitterende natuur. Maar het evenwicht tussen levensrust en doodsstrijd is er nog uitermate wankel. Het land zal zich nog heel wat verder moeten ontwikkelen om dit soort afschuwelijke excessen uit te kunnen bannen. Hopelijk draagt het werk van Njokuti een klein steentje bij. In ons reisbeleid zal ik in elk geval weer heel duidelijk opnemen dat we de ramen gesloten moeten houden in grote steden. Want dit willen we niet weer op ons geweten hebben!

3-10 september 2014
Geschreven door: Jos van Bemmel en Rona Snoek

Reacties zijn gesloten.